Let op: de onderstaande tekst is gedateerd en dient nog te worden geactualiseerd. Redactie/ 8 sept 2023.
Op 3 maart 2010 vonden er verkiezingen plaats voor de gemeenteraad. Dit is het hoogste beleidsbepalende orgaan in de stad. Bovendien hebben ze ook als taak om te controleren of het vastgestelde beleid juist wordt uitgevoerd.
In de gemeenteraad zitten 39 leden. Die heeft u op 3 maart gekozen. U koos een kandidaat lid, maar deze is altijd verbonden aan een politieke partij. Dit is een groep mensen die een gelijkstemde visie hebben op het beleid dat gevoerd zou moeten worden. Die visie is vastgelegd in een partijprogramma. Aan deze verkiezing deden 12 partijen mee.
Er zijn 2 soorten partijen. De eerste soort zijn de partijen die ook landelijk actief zijn. Hoewel ze vrij zijn om een lokaal beleid vast te stellen, zijn er toch wel richtlijnen zodat ze niet teveel afwijken van het landelijke beleid van die partij. De tweede soort zijn de lokale partijen. Deze richten zich voornamelijk op de lokale problematiek en zijn geheel vrij om hun partijprogramma op te stellen.
Iedereen met een Nederlandse nationaliteit en die 18 jaar of ouder is, is kiesgerechtigd. Alle kiesgerechtigden hebben per post een stemkaart ontvangen. Hiermee kon u op 3 maart naar een stembureau gaan, maar daar diende de kiesgerechtigde zich wel te legitimeren met een wettelijk toegestaan identiteitsbewijs. Op het stemformulier kon u 1 vakje rood te maken en wel van een persoon van de partij waar u uw stem aan wilde geven. Het rood maken van meerdere vakjes, maakt uw stemformulier ongeldig. Als u zich had vergist dan kon u 1 maal een nieuw stemformulier vragen aan de toezichtcommissie, die in elke stembureau aanwezig was. Als u uw stemformulier had ingevuld, kon u deze dichtvouwen en deze in de stembus die in het stemlokaal stond, doen. Verkiezingen zijn anoniem, dus u hoefde uw naam niet in te vullen op het stemformulier.
Nadat alle stembureaus waren gesloten, werd per stembureau de stemmen geteld. Nadat die telling was voltooid, werden die resultaten doorgegeven aan een centraal punt. Uiteindelijk werden de resultaten van alle stembureaus bij elkaar opgeteld.
Het totaal aantal geldig uitgebracht stemmen werd vervolgens door 39 gedeeld. Dit is de zogenaamde kiesdeler. Vervolgens werd bekeken hoeveel stemmen elke partij had gekregen. Dit aantal stemmen per partij werd weer gedeeld door de kiesdeler en dat leverde het aantal mensen, dat namens die partij in de gemeenteraad mag zitten. Dit zijn de kandidaten die het hoogst op de lijst van een partij staan. Als een kandidaat van een partij, die lager op de lijst staat meer dan de kiesdeler aan stemmen verzamelt, dan kan die kandidaat aanspraak maken op een plek in de gemeenteraad ten koste van iemand die hoger op de lijst staat.
Als een partij met bijvoorbeeld 4,3 personen in de raad mag plaatsnemen, betekent dit dat die partij met 4 personen in de raad mag deelnemen. De 0,3 die overblijft, zijn de zogenaamde reststemmen. Die worden van alle partijen vastgesteld. Welke partij(en) het totaal van de reststemmen mag invullen staat in het verkiezingsreglement.
Als bekend is hoe de verdeling van de gemeenteraad is, dient er een college te worden samengesteld. De burgemeester, die niet wordt gekozen, is hierin de vaste factor. De overige leden van het college (de wethouders), zullen samen de partijen vertegenwoordigen die de meerderheid in de raad vormen. In de praktijk zal dit betekenen dat 3 of 4 partijen in het college vertegenwoordigd zullen zijn. Het aantal wethouders werd pas na de verkiezingen vastgesteld en dat werden er 5. Tevens werd na de verkiezingen vastgesteld wat de werkwijze van de gemeenteraad zal zijn. De afgelopen periode werkte raad met commissies, die alle voorstellen voor de gemeenteraad voorbereidde en beoordeelde. In die commissies zaten ook mensen die niet in de gemeenteraad zaten. Deze werkwijze werd gehandhaafd.
Als u niet wist op welke partij u wilde stemmen, kon u gebruik maken van de Kieswijzer