De explosies de afgelopen weken in de stad worden toegeschreven aan de dakdekkerswereld. In de stad zijn er ruim 300 dakdekkers en dat roept de vraag op er geen vergunningsplicht voor dakdekkers moet komen. Er wordt daarbij verwezen naar het probleem van glazenwassers in Zaanstad. Het college van B en W geeft aan dat die situatie anders is en er voorlopig geen grond is om een vergunningsplicht voor dakdekkers in de stad in te voeren.
Het invoeren van een vergunning is een bestuurlijke maatregel. Dit houdt in dat er een juridische basis moet zijn en die ontbreekt op dit moment. Zomaar een vrij beroep aan banden leggen kan dus niet. Hoewel veel van de explosies aan dakdekkers wordt gekoppeld, wijst het politie onderzoek voorlopig toch naar incidenten in het criminele circuit. Dit moet echter eerst nog bewezen worden. Bonafide dakdekkers kun je ook niet zomaar als crimineel bestempelen. Dat dit in de praktijk wel gebeurt heeft aandacht van het college.
Wel kan de burgmeester op andere manieren ingrijpen. Zo is er in 1 geval een woning gesloten omdat hier aanslagen zijn geweest. Elke explosie wordt apart onderzocht en er is geen sprake van een collectieve veroordeling van de dakdekkers. Behalve een relatie met het criminele circuit worden de mogelijkheden van ruzies in relationele sfeer of zakelijke conflicten niet uitgesloten.
Om te komen tot een vergunningsplicht zal eerst een aanpassing van de Algemeen Plaatselijke Verordening (APV) moeten plaatsvinden. De huidige aanwijzingsbevoegdheid die nu is opgenomen is niet toereikend. Deze vermeldt namelijk niet dat er ingegrepen mag worden bij ondermijnende activiteiten en dat is wel nodig. Bovendien is een vergunningsplicht makkelijk te omzeilen bijvoorbeeld door de bedrijfsactiviteit anders te omschrijven of buiten de gemeente te verplaatsen.
En zelfs als er een vergunningsplicht zou komen, dan is het de vraag of er voldoende capaciteit is om deze te handhaven. Het college geeft aan terughoudend te willen zijn met de regeldruk. Daarnaast bestaat de mogelijkheid dat de bestuursrechter een dergelijke vergunningsplicht ongegrond verklaard.
In Zaanstad is dat wel opgenomen. Bovendien is daar sinds 2007 een strafrechtelijk onderzoek geweest waarbij ook een veroordeling heeft plaatsgevonden. Hier was aantoonbaar sprake van criminele beïnvloeding en intimidatie en daardoor kon het middel vergunningsplicht worden gehanteerd. Zover is het in Den Bosch nog lang niet en moet er eerst maar eens aangetoond worden dat er sprake is van criminele beïnvloeding.
