Eigenaren van woningen en bedrijfspanden betalen onroerend zaakbelasting (OZB). Dit is een percentage van de WOZ-waarde van een woning of pand. In Den Bosch is afgesproken dat de OZB alleen mag stijgen met een inflatiecorrectie. Gemeenten gebruiken de OZB om de begroting rond te krijgen. Door de hogere huizenprijzen ontstaat nu de situatie dat bij het huidige tarief er meer OZB zal binnenkomen dan is toegestaan. Om die reden verlaagt de gemeente het tarief, zodat eigenaren het zelfde bedrag betalen.
Bij het vaststellen van de OZB is uitgegaan van een waardestijging van woningen met 2,5%, maar in de praktijk blijkt dit 3,5% te zijn. Bij de begrotingsvoorstellen is vastgesteld dat 0,0770% van de WOZ-waarde zou gelden, maar nu wordt voorgesteld om het OZB-tarief voor woningen vast te stellen op 0,0763% van de WOZ-waarde.
Ook voor bedrijfspanden geldt een correctie. Hier was uitgegaan van een waardestijging van 1,5%, maar de praktijk is 3%. De tarieven worden nu bijgesteld. De tarieven voor eigenaren en gebruikers van niet-woningen gaan van respectievelijk 0,3541% en 0,2837% naar 0,3490% en 0,2795% van de WOZ-waarde.
De belasting van roerende zaken zal conform onroerende zaken worden aangepast. De gemeenteraad moet nog wel instemmen met dit voorstel. Dit zal op 10 december op de agenda staan.