De gemeente is verantwoordelijk voor armoedebeleid. Het uitdagende hierbij is dat hier diverse zaken een rol spelen, maar dat is tevens een probleem. Veel mensen die leven in armoede weten vaak niet de weg tussen de verschillende regelingen waardoor er regelmatig onvoldoende gebruik gemaakt wordt van een aantal regelingen. Het is wenselijk om mensen te kunnen helpen vanuit 1 loket. Een van de regelingen is de schuldhulpverlening. Ook hier is de gemeente voor verantwoordelijk. Volgens de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) moet de gemeente voor 1 januari 2026 een beleid vaststellen. Dit zorgt er dan voor dat dit weer vooruitloopt op een evaluatie van het totale armoedebeleid.
Het college van burgemeester een wethouders komt met een aanvalsplan voor de schuldhulpverlening, omdat dit wettelijk gezien niet uitgesteld kan worden. In het voorstel staan een aantal maatregelen die vragen om een voorbereiding bijvoorbeeld het aantrekken van extra personeel en onderzoek naar locaties waar mensen terecht kunnen. De Rekenkamer is bezig met een onderzoek naar het armoedebeleid, maar is daarmee nog niet klaar. Er wordt verwacht dat dit pas in december besproken kan worden en dat zou te laat zijn voor het vaststellen van een schuldhulpverlening.
De meeste fracties zijn wel positief dat er een plan ligt, al willen een aantal fracties op een aantal punten dat zaken scherper worden ingestoken. Mensen met een laag inkomen lopen al snel het risico om in de schuldhulpverlening te komen. Dit gebeurt als inwoners hun rekeningen niet meer kunnen betalen en daarbij ook nog eens geconfronteerd worden met boetes die de schulden nog meer verhogen. Dit geldt niet alleen voor inwoners, maar ook voor ondernemers. Het mooiste zou zijn als deze mensen zelf vroegtijdig aan de bel trekken, maar in de praktijk spelen schaamte, wantrouwen en onbekendheid ervoor dat mensen dat niet doen.
De gemeente heeft sinds 2019 EHBG (Eerste Hulp Bij Geldzaken) met een vestiging bij Weener XL. De doelstelling is dat op die manier 4300 mensen per jaar bereikt worden. Wel wordt opgemerkt dat alleen de locatie bij Weener XL niet voldoende is en men ook bereikbaar moet zijn in de diverse wijken. Bij EHBG kunnen mensen zichzelf aanmelden, maar het is ook wenselijk dat signalen die op een ander manier worden verkregen, worden opgepakt. Dit kunnen signalen zijn zoals het niet tijdig betalen van huur, energiekosten of ziektekostenverzekering.
Door eerder te signaleren kan ook de schuldenlast beperkt blijven. Dit heeft al geresulteerd dat de gemiddelde schuldenlast van € 54.000 in 2020 is gedaald naar € 35.000 in 2023. Nog beter zou het zijn als voorkomen kan worden dat mensen schulden opbouwen. Schuldhulpverlening is traject waarbij mensen de financiële onafhankelijkheid verliezen in ruil voor het versneld afbouwen van schulden. Het streven is om dit traject maximaal 300 dagen te laten duren. Vaak kan een schuldhulpverlener makkelijker afspraken maken meer schuldeisers. Toch is het streven dat deelnemers aan het traject een eigen regie over hun leven hebben. In het kader van leren van bestaande trajecten zou er een betere registratie (data verzamelen) van gegevens moeten plaatsvinden.
Het is daarbij wel belangrijk dat mensen na dit traject een nazorg krijgen om een terugval in schulden te voorkomen. 85% van de cliënten geeft aan dat dit lukt. De schuldhulpverlening moet zo laagdrempelig toegankelijk zijn en aansluiten bij de vragen van de inwoner. Zodra er een vraag ontstaat, moet er snel worden gehandeld. Dat wil zeggen dat wie zich bij EBHG meldt, altijd direct te woord wordt gestaan, zelfs als dat betekent dat er elders capaciteit vandaan gehaald moet worden (bijvoorbeeld bij de mensen die zich bezighouden met vroeg signalering). Dit resulteert er wel in dat mensen die aankloppen bij de schulddienstverlening in ongeveer 9 van de 10 gevallen positief zijn over de manier waarop ze opgevangen worden. Ook over het resultaat van het traject is 70 tot 80% tevreden, maar ziet men wel ruimte voor verbetering. Mensen die het traject schuldhulpverlening ingaan hebben vaak last van stress en weten ook niet goed waar ze in beland zijn. Als het traject is gestart ontstaat er meer inzicht en ook meer rust. Dit is een afgeleide van 11 interviews met cliënten wat wel een beperkte groep is.
Deze begeleiding kost geld en dat vormt een probleem. Het is een taak die van het Rijk naar de gemeente is gedelegeerd, maar niet structureel wordt gedekt. Voor 2026 en 2027 is er wel een incidentele dekking, maar voor de periode daarna is er geen geld beschikbaar. Als die middelen er niet komen, dan kan het aanvalsplan dat gemeente nu (verplicht) presenteert onder druk komen te staan. Maar ook onverwachte zaken, zoals de afgelopen jaren de energiecrisis en corona, kunnen er voor zorgen dat meer mensen in financiële problemen komen. Om het plan uit te voeren is jaarlijks € 600.000 nodig.
Zoals hierboven aangegeven is de Rekenkamer bezig met een onderzoek naar het armoedebeleid in Den Bosch. Dit rapport is nog niet klaar, maar de Rekenkamer heeft wel voorlopige conclusies gepubliceerd. Dit gaat niet alleen over schuldhulpverlening, maar over de totale aanpak van armoede. In Den Bosch zijn 9000 huishoudens met een inkomen tot 120% van het sociaal minimum en daarbij zijn 2400 minderjarige kinderen betrokken. Uit een rapport van de Kinderombudsman van 24 september blijkt dat kinderen in armoede minder positief zijn over hun toekomst. Niet al deze huishoudens hebben een schuldenprobleem, sterker nog het aantal huishoudens met schuldhulpvraag in deze groep neemt af. Toch neemt de totale vraag toe, wat aangeeft dat ook bij huishoudens met meer dan 120% van het sociaal minimum aan inkomen problemen ontstaan. De Rekenkamer ziet dat de aanvraagprocedures als lastig worden gezien, met veel administratie. Hierdoor worden ook vaak regelingen niet gebruikt, maar het is niet inzichtelijk hoe vaak dit gebeurt. Volgens wethouder Van der Sloot is dit ook lastig in beeld te brengen omdat deze mensen ook niet beeld zijn voor een dergelijke regeling.
De Rekenkamer merkt ook op dat betrokken organisaties beter moeten samenwerken zodat mensen met een schuldenlast niet veelvuldig hetzelfde verhaal moeten vertellen. Door meer te centraliseren kan er ook beter worden gemonitord en geëvalueerd. Tevens zou de gemeente beter en duidelijker moeten communiceren over de beschikbare mogelijkheden. Ook mensen die in het kader van vroeg signalering worden aangeschreven, worden onvoldoende opgevolgd als deze bewoners niet reageren. Wethouder Van der Sloot merkte wel op mensen regelmatig niet positief zijn als acties vanuit de gemeente komen (wantrouwen) en een benadering van de ketenpartners (zoals Farent of Humanitas) dan wellicht beter werkt.
De regelingen die de gemeente beschikbaar heeft worden teveel als vangnet gebruikt voor mensen die in problemen komen, maar er in onvoldoende aandacht om mensen (preventief) te helpen, bijvoorbeeld naar springplank naar een sociaal netwerk. Er is ook onvoldoende maatwerk.
Het aanvalsplan zal waarschijnlijk worden goedgekeurd tijdens de gemeenteraad van 7 oktober, al zullen er waarschijnlijk een aan tal moties zijn om aanvullende zaken geregeld te krijgen.