Idealen zijn mooi, maar kunnen ook botsen. Fotograaf: Alfred Heeroma - Bron: Den Bosch Politiek
Wie de politiek ingaat, doet dat vaak om idealen te verwezenlijken. Althans dat zou men denken of hopen. De politici die beslissingen nemen, worden vaak goed betaald. Je hebt dan wel een verantwoordelijkheid, het gaat immers om lands- provincie- of gemeentebelang. Je bent verantwoordelijk voor het goed besteden van geld van anderen.
Degenen die de politici moeten controleren zijn vaak minder goed af. In de Tweede Kamer heb je nog wel een goed salaris (ruim € 10.000 bruto per maand), een lid van provinciale staten moet genoegen nemen met minder dan € 2000 per maand en een gemeenteraadslid tussen € 1200 en € 3000, afhankelijk van de grote van een gemeente. Je zou kunnen zeggen dat men minder waarde hecht aan de controle dan aan het maken van beleid.
Idealen nastreven is dus in financieel opzicht niet heel rendabel, behalve dan als je beleidsmaker bent. Een wethouder krijgt al snel € 5000 tot € 10.000 bruto per maand, een gedeputeerde €11.500 tot € 14.000, een minister of staatssecretaris kan rekenen op ongeveer € 15.000 en een minister-president ontvangt een kleine € 16.000 per maand. Alles weliswaar bruto, maar de extra's zijn dan weer niet meegeteld. De meesten die iets aan politiek doen, zijn vrijwilligers die een minimale of geen vergoeding krijgen.
Het mooie is dat om politicus te worden je eigenlijk geen opleiding gevolgd hoeft te hebben. Je hoeft zelfs geen mensenkennis of maatschappijleer gedaan te hebben, zolang je maar voor elkaar krijgt dat je voldoende steun weet te vergaren bij een achterban. Toegegeven, het is niet altijd de leukste baan. Idealen nastreven is natuurlijk wel leuk, maar vaak denken anderen daar minder positief over en je moet wel een dikke huid hebben om de kritiek te weestaan. Steeds meer mensen verlaten dan ook de politiek, de bedreigingen en kritiek zijn ze beu. Het neemt toe in alle geledingen, van gemeenteraadsleden, wethouders tot Kamerleden. Alleen ministers en gedeputeerden zijn redelijk honkvast.
Dat is een zorgelijke zaak, want als steeds minder mensen de politiek in willen, dan dreigt er een schaarste. Dat is wat je in een democratie niet wilt. Veel beleid wordt natuurlijk voorbereid door ambtenaren, maar ook die zijn steeds minder gelukkig met hun werk en steeds schaarser. Nog even afgezien de verandering van windrichting elke vier jaar, is de mondige burger ook wel een uitdaging. En die burger neemt steeds minder een blad voor de mond.
Nu is de politiek niet de enige plek waar schaarste dreigt. Er zijn al veel beroepstakken waar schaarste al langere tijd heerst. Bij gevangenissen is een tekort aan bewaarders, in de zorg een tekort aan zorgverleners, in de bouw aan bouwvakkers en zo kan ik nog wel een tijdje doorgaan. De vergrijzing van onze samenleving maakt het er allemaal niet gemakkelijker op.
In de krant las ik vandaag een dat mensen die werken dan maar harder moeten gaan werken (meer arbeidsproductiviteit). Met hard werken is op zich niet verkeerds, maar te hard werken wel. Wie in de cijfertjes duikt ziet dan een enorme berg arbeidspotentieel langs de kantlijn staat omdat ze opgebrand zijn. Dat harder werken moeten we niet zien alsof een medewerker meer moet doen in kortere tijd, maar dat automatisering daarvoor moet zorgen. Dat is leuk en aardig, maar automatisering komt ook niet uit de lucht vallen, daar zijn ook arbeidskrachten voor nodig. Niet alleen om het te ontwikkelen, maar ook om het te onderhouden. En de vraag is nog maar of een werknemer het allemaal nog zo leuk vindt al die automatisering.
Het werk dat we niet aankunnen, laten we dan vaak uitvoeren door arbeidsmigranten. Ook geen goede oplossing, want dat zorgt weer voor andere problemen. Deze mensen moeten ook ergens wonen, hebben ook zorg nodig en willen zich ook kunnen ontspannen en winkelen en dat vraagt dan ook weer om meer mensen die dat mogelijk maken.
Kortom, we zitten in een neerwaartse spiraal waarbij we ons telkens voor de gek houden. We mopperen dat we maanden op de wachtlijst staan voor een behandeling in een ziekenhuis, accepteren gelaten dat onze wens voor een nieuw badkamer pas volgend jaar gerealiseerd kan worden enzovoort. Als we in die gedachtegang blijven zitten, dan zal het probleem van de arbeidsmarkt niet worden opgelost. We zouden eens een discussie moeten hebben over wat we wel en niet willen en vooral wat we wel of niet kunnen. Politici doen er veel aan om nieuwe banen te creëren, maar vragen zich onvoldoende af of dat wel zo verstandig is.
Zo'n discussie kan vanuit de samenleving komen, maar dat zie ik nog niet zo snel gebeuren. Dan moet het aangejaagd worden door de politiek. Dat wordt nog een uitdaging, want zoals hiervoor beschreven staat ook de politiek onder druk. Het is toch van belang dat het gebeurt. Maar hoe doe je dat, een maatschappelijke discussie? Vaak hebben mensen nu al het gevoel dat ze niet gehoord worden. Daarbij zijn veel mensen ook slecht geïnformeerd.
In Den Bosch willen ze nu een burgerberaad organiseren om inzicht te krijgen wat nodig is om mensen te laten participeren. Een mooi onderwerp en ik ben dan ook benieuwd wat er uitkomt. Wellicht hebben gewone burger ook idealen. Het is echter wel weer vervelend als die idealen botsen met de idealen van politici, want hoe moeten die daar dan weer meer omgaan?